Inleiding
Een kaart is opgebouwd uit één of meerdere lagen. In de viewer worden de lagen, die aangevinkt zijn in de legenda, gecombineerd tot
één kaartbeeld. De laaginformatie wordt opgehaald bij een server. Als het een Geoide Service laag is kan worden aangegeven of
er via de viewer in geselecteerd en gewijzigd (editen) kan worden. De lagen kunnen in de legenda van de viewer worden gegroepeerd,
door een groepslaag aan te maken. De gegroepeerde lagen kunnen met één klik in de legenda
uit- en ingeklapt worden en de groepslaag kan in zijn geheel gebruikt worden voor het maken van een afdruk.
U kunt nu eerst een nieuwe laag aanmaken of eerst een groepslaag aanmaken en vervolgens een nieuwe laag (of nog een groepslaag)
onder de nieuwe groepslaag aanmaken. De lagen zijn door te klikken en te slepen in de boom later nog te ordenen.
Als u aangeeft dat een laag in de viewer gewijzigd moet kunnen worden (editen), zullen in de author extra invulvelden ter beschikking staan.
U geeft aan welke geometrie typen de laag bevat (punten, lijnen en/of polygonen). Vervolgens geeft u de WFS op die hoort bij de Geoide Service.
De [Feature Type naam] moet overeenkomen met de eerder gekozen Geoide Service laag. Met [Object eigenaar property] en [Rol(len)]
kunt u aangeven wie bevoegd is om te editen in de laag.
Het 'editen' in de viewer bestaat uit het toevoegen en/of wijzigen van geometrieën in combinatie met het toevoegen/wijzigen van
informatie over het betreffende object.
deze informatie wordt weergegeven inhet 'Attribuut info' venster. Dit venster wordt in de Viewer geopend met behulp van
de 'i' knop. Met behulp van de tabel wordt het venster met 'attribuut gegevens' van de viewer opgebouwd.
U kunt de tabel vullen door te klikken op de '+' knop ernaast.
Begrippen
[laag]: laagste niveau van ordening (context, kaart, groepslaag, laag). Een laag bevat kaartinformatie die opgehaald wordt bij een service.
[groepslaag]: verzameling van lagen.
[Attribuut info venster]: venster in de viewer met informatie over een object.
Aanmaken van een laag
1. Open het mapje van een kaart of een groepslaag door op het pijltje ervoor te klikken.
2. Voor het toevoegen aan een kaart selecteer het mapje "Layers", voor het toevoegen aan een groepslaag selecteer de groepslaag.
De knoppen om lagen toe te voegen verschijnen onder de boom.
Nieuwe laag toevoegen
3a. Om een nieuwe laag toe te voegen klik op de "Laag +". Het "nieuwe laag" scherm wordt geopend.
4a. Vul de velden in:
[Naam]: Hier vult u de naam in van de nieuwe laag. Deze naam wordt gebruikt om de laag te identificeren op de server.
[Titel]: Hier vult u de titel van de laag in. U kunt de titel opgeven in het Engels (en), Nedederlands (nl) en Duits (de).
De titel verschijnt in de legenda van de kaart en in de boomstructuur van de Author.
[Meta Url]: Verwijzing naar informatie over de laag. De laagnaam wordt in de legenda 'klickable' waarmee de hier opgegeven Url wordt geopend.
[Eigenaar]: De loginnaam wordt automatisch ingevuld als 'eigenaar' van de nieuwe laag.
U kunt dit niet wijzigen.
[Reikwijdte]: In dit veld kunt u kiezen tussen "private" en "public".
Als u aangeeft dat de reikwijdte van de laag "private" is, dan kunnen andere gebruikers de kaartlaag niet
zien. Als u aangeeft dat de scope "public" is, dan kunnen andere gebruikers de laag wel zien en gebruiken.
De laag kan echter niet door derden worden gewijzigd. De kaartlaag kan na "publiek" te zijn gemaakt, niet opnieuw
"private" worden. Wel kan de laag door de "eigenaar" worden gewijzigd. Gebruikers worden
niet automatisch geïnformeerd als de eigenaar de laag heeft aangepast.
[Server]: Kies de naam van de service en de laag waar de kaartlaag naar verwijst.
[Schaalhint]: Vul hier de minimale en maximale schaal in waarbinnen het zinvol is om kaartinformatie weer te geven.
Default worden de waarden overgenomen van de server.
[Legenda]: In dit veld geeft u aan of de laag bij het opstarten van de viewer zichtbaar moet zijn in de legenda ('initieel zichtbaar'),
uitgeklapt moet kunnen worden in de legenda ('uitgeklapt in legenda') en opgenomen moet worden in de legenda ('getoond in legenda').
Indien u een WMS laag configureert, heeft u de volgend invulvelden ter beschikking:
[Maptip element]: Xpath expressie naar een XML element in de feature info respons gebruikt voor de maptip.
[Sld Url] Url naar een Styled Layer Descriptor document te gebruiken voor deze WMS-laag.
Indien u een Geoide server laag configureert, heeft u de volgend invulvelden ter beschikking:
[Selecteerbaar]: Hiermee geeft u aan of de objecten in deze laag selecteerbaaar moeten zijn met de selectiegereedschappen van de viewer.
[Te wijzigen]: Hiermee geeft u aan of de objecten in de laag te wijzigen moeten zijn met de 'edit' functies van de viewer.
Indien u één van deze of beide opties aanvinkt, staan de volgende invulvelden ter beschikking:
[Geometrie type]: Hier vult u in of de laag te selecteren cq te wijzigen 'punten', 'lijnen' of 'vlakken' bevat. Als u het veld leeg laat, kan de
laag zowel punten, lijnen als vlakken bevatten.
[WFS]: Kies hier de WFS die hoort bij de Geoide Service! Deze service wordt gebruikt om de gegevens op te slaan.
[Feature Type Name]: de Feature Type Name moet corresponderen met de eerder bij 'Server' aangegeven laag.
[Hyperlink Property]: als aan onderstaande tabel een feature type is toegevoegd dat Url's bevat, creëert u hier een hyperlink die via
de 'open koppeling' button in de viewer wordt geopend. Het kan nodig zijn, om de Url van de hyperlink te voorzien van een voorvoegsel.
Dit kunt u invullen in het veld [Url voorvoegsel]
[Annotatie Property]: als aan onderstaande tabel een feature type is toegevoegd dat tekst kan bevatten, creëert u de mogelijkheid om via de viewer
een attribuut te voorzien van uitgebreid commentaar.
[Object eigenaar property] en [Rol(len)]: Hiermee geeft u aan wie de objecten in deze laag mogen wijzigen.
Alleen gebruikers met één van de hier opgegeven rol(len) kunnen in deze laag wijzigen. Rollen in dit veld moeten gescheiden worden met een komma en spatie.
NB 'selecties' kunnen door iedere gebruiker worden gemaakt.
De tabel met 'Naam', 'Koppeltabel', 'Label velden' en 'Koppelveld' bepaalt de lay-out van het 'attribuut info' scherm in de viewer.
Met de '+' en '-' knop rechts van de tabel, kunt u feature types toevoegen respectievelijk verwijderen.
Elk feature type kan worden voorzien van een geschikte titel, die wordt gebruikt in het attribuutvenster. Via de kolommen 'koppeltabel', 'koppelveld'
en 'labelveld' kunt u zoorgen dat de labels worden weergegeven in de combobox van het 'attribuut info' scherm.
[Taal/titel] Geef hier een titel op voor het betreffende feature type. De titel kan in het Nederlands (nl), Duits (de) en Engels (en) worden opgegeven.
[Pop-up eigenschappen]: Url voor pop-up informatie van de laag in de viewer.
[Trigger voor pop-up]: Wijze waarop de pop-up wordt geactiveerd; door met de muis over de kaart te bewegen: 'MouseHoover' of
door te klicken: 'Mouseklick'.
[Extra Info]: Hier kunt u extra informatie kwijt. Deze informatie wordt alleen getoond in de Author.
5a. Bevestig het aanmaken van de nieuwe laag met de OK knop.
Bestaande laag toevoegen
3b. Om een reeds geconfigureerde laag toe te voegen, klik op de "Bestaande laag +" knop.
4b. Selecteer een bestaande laag uit de keuzelijst.
5b. Klik OK om de keuze te bevestigen.
6. De aangemaakte laag verschijnt nu in de boom. Druk op [opslaan] onder
in het scherm om de gegevens op te slaan op de server.